Stel, hoewel u eigenlijk gewoon dood wilt, u moet weer naar Parijs van uw vrouw. Ga dan alleen met de Thalys, eersteklas. Het eten is koud en gering, maar de rosé is prima, goed genoeg om mee in slaap te vallen. Dwars door het onvermijdelijk irritante gebel en de intercom door, die bij elk station afscheid neemt van de uitstappers en de instappers begroet in vijftien talen. Ga niet zuinig doen en tweedeklas zitten. Als uw schat er toch op staat, trek dan wel oude kleren aan, want het is daar een goor zooitje ondertussen. Hoewel u hoopte op een kei of koe op de rails komt u soepel aan in Gare du Nord. Nee, u springt niet meteen voor een trein daar, u loopt braaf mee.
Zorg dat het
Hotel Terminus (nee niet Terminaal) wordt. Dat ligt vijftig meter van Gare du Nord. Dat scheelt een hoop gezoek. Beroepsstotteraar Philip Freriks, die verblijft daar geregeld. Ja, dat is jammer. Je vraagt om een kamer aan de voorkant, omdat je anders geheid een kamer aan een troosteloze mijnschacht krijgt, met daarbij de neiging om er maar meteen in te springen.
Goede schoenen zijn nodig. Op teenslippers wordt een weekendje Parijs nog veel vermoeiender. Ga naar het terras op het dak van het warenhuis Printtemps (afdeling Beauté en Maison, 9e verdieping), het uitzicht over de stad is prachtig vanachter een karaf rosé. Alles kun je daar zien vanaf zo'n vijfig meter hoog. Hoe groot uw wanhoop ook is, u springt niet naar beneden.
'Ja we hebben nu alles van Parijs gezien, maar we gaan niet meteen naar huis, dat is zonde.'
'Ja schat.'
U gaat naar het naburige filiaal van Printtemps. Op de eerste verdieping is bij de balustrade een speciaal zitje met een waterapparaat voor als je dorst hebt. Met een glaasje water (zonder cyaankali) kun je omhoogkijkend het weelderig versierde koepelplafond bewonderen, terwijl een heerlijke lucht vanaf de parfumerie-afdeling op de begane grond opstijgt.
'Kijk eens schat hoe mooi.' maar die loopt dus beneden. Nee u springt weer niet naar beneden.
Warenhuis Lafayette heeft ook een prachtige koepel van glas-in-lood. Interessanter is natuurlijk de kir of beter de kir-royal.
Probeer ten alle tijden de Eiffeltoren (300 meter hoog) te vermijden. Ofwel sta je uren in de rij voor de lift, of je moet 200 meter omhoog sjokken per trap. Het uitzicht vanaf de Tour Montparnasse (210 meter met lift) is veel mooier, echt schat. Dat is niet zo, maar je hoeft dan niet tijden te wachten op de lift. U neemt geen aanloop om er....
De Champs-Elyssee is natuurlijk gewoon vreselijk. Als het niet anders kan ga je daar langs de straatkant lopen, dan zie je nog wat en heb je geen last van de drommen mensen. U laat alle bussen gewoon passeren. Vanaf Arc de Triomph naar het Parc De Tuillerien, en dan verder naar de glazen piramides. Voor het museum het Louvre is een eenvoudige route, verdwalen is onmogelijk. Ga in godsnaam nooit het Louvre in, daar kun je maanden doorbrengen en dan nog heb je maar 1% gezien. Het water van de Seine, hoewel aanlokkelijk, daar loopt u gewoon overheen.
Wat je wel bezoekt, is de dertiende eeuwse kapel Sainte Chapelle, met oogverblindende gebrandschilderde ramen. Die heb je binnen vijf minuten gezien. De Notre-Dame, die er vlakbij ligt, die kan er ook wel bij. Nee, niet de toren op; weer een wachtrij, en eigenlijk wilt u er toch alleen maar afspringen.
Omdat u iets bijzonders wilt zien, gaat u naar het restaurant Julien, met inderdaad een schokkend mooi art-nouveau interieur. Wat je voor lief neemt is het krappe formaat van de tafeltjes, die ook nog eens pal naast elkaar staan. Als varkens aan de trog, maar dat is heel gezellig, ja schat. U heeft uit uw hoofd geleerd dat de rekening 'l'addition' is in het frans, zodat u niet hoeft te stuntelen. 'S'il vous plait' doet u er ook maar bij, dan kan de fooi wel wat lager.
Een prachtig maar vooral rustig plein is Place Vendome, met het beroemde Ritzhotel. Alleen kun je er niet zitten, dus je sjokt verder naar Place Royal. Als je geluk hebt, zijn daar de operazangers net gestopt met zingen.
Op een terrasje negeert u de bosjes duiven die met kapotte, manke of geamputeerde pootjes op uw tafeltje landen. Ook de kolonne zieligkijkende zigeunerinnen met lange rokken en ravenzwarte haren negeert u. Kijk ze niet aan, dan moet u betalen, en let sowieso op uw portemonnee.
Als u daar allemaal aan denkt, dan valt dat weekendje Parijs echt wel mee, zodat u niet uitgeput terugreist naar Nederland. Misschien bent u dan zelfs nog in staat tot een gesprekje: 'Weet je schat, het viel me op; de toiletten zijn schoner, de obers vriendelijker dan in Nederland en de clochards allemaal naar Amsterdam getrokken.' En zeg tot haar vreugde eens iets onverwachts: 'Dat moeten we vaker doen, naar Parijs gaan.' Liefst nog voor de drie flesjes rosé.