Van veelzijdigheid naar ontdekking
Picasso produceerde een enorme hoeveelheid kunstwerken. Men zei dat hij in zijn jonge jaren in zijn appartement in Parijs wel drie doeken per dag schilderde. Zeker is dat hij razend- snel kon werken en toen hij al bejaard was, voelde hij nog altijd dezelfde drang tot schilderen. Hij gebruikte alle materialen die maar voorhanden waren: olieverf, inkt, krijt, pen, houtskool en hij schiep beelden uit ijzer, brons, gips, bladmetaal, steen en rommel uit prullenbakken en maakte gravures en lithografieën - de lijst is oneindig. Op late leeftijd begon Picasso met pottenbakken en paste hij geheel nieuwe technieken voor linoleumsneden toe. Voor Picasso was werken een manier van leven. Picasso's stijlen zijn net zo gevarieerd en hij wilde niet dat zijn kunst werd gezien in het licht van vooruitgang of ontwikkeling. Een groot deel van zijn leven werkte hij tegelijkertijd in verschillende stijlen en koos hij de stijl die paste bij een bepaalde stemming en waarmee hij die stemming het best tot uitdrukking kon brengen. Van het ene op het andere moment kon hij overstappen van een kubistische constructie op een klassieke lijntekening. 'De verschillende stijlen die ik in mijn kunstwerken heb toegepast', zei Picasso, 'moeten niet als een ontwikkeling worden beschouwd, of als het zoeken naar een onbekend schildersideaal. Als ik een manier heb gevonden om iets uit te drukken, dan is dat gebeurd zonder dat ik over het verleden of de toekomst heb nagedacht. Ik denk niet dat ik totaal verschillende elementen heb gebruikt in mijn diverse schilderstijlen. Als de onderwerpen die ik heb willen weergeven de indruk wekken dat ze zijn ontstaan uit verschillende expressieve stijlen, dan heb ik er niet over nagedacht. Ik heb nooit geëxperimenteerd.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten